De familienaam Staatsen is al anderhalve eeuw onlosmakelijk verbonden met Rotsoord. In 1879 begint A. Staatsen op Rotsoord 18 een wasserij (in die tijd heette dat een ‘kleederblekerij’) en een drogerij, genaamd De Vlijt. In 1895 laat hij daar ook een woonhuis bouwen, de Villa Staatsen.
In 1900 verhuist de ‘kleederblekerij’ naar Rotsoord 24. Het bedrijf wordt uitgebouwd tot een stoomwasserij, zeperij met droogruimtes, bleekvelden en een stalling voor wagens. Mensen uit heel Utrecht komen nu hierheen met hun was, want Staatsen is een van de weinige wasserijen die water oppompt in plaats van slootwater te gebruiken. De wasserij floreert en Staatsen biedt werkgelegenheid aan zo’n honderd mensen, voornamelijk vrouwen.
Als de laatste eigenaar Ab Staatsen in 1973 overlijdt, wordt het complex aan de gemeente Utrecht verkocht. De gemeente wil het terrein gebruiken voor de bouw van kantoren, maar daar is een aantal Utrechters het niet mee eens. Het terrein wordt gekraakt. Uiteindelijk vestigen zich er Volkstuindersvereniging Briljant, de vogelopvang en een kinderboerderij.
De uitbaters van die kinderboerderij gooien aan het begin van deze eeuw het bijltje erbij neer. Een groep bewoners neemt dan het initiatief om ‘deze groene oase’ nieuw leven in te blazen en krijgt hiervoor van de gemeente uiteindelijk groen licht. Maar de villa valt er buiten. Deze voormalige directeurswoning was in de jaren 90 van het terrein afgesplitst en verkocht aan het gemeentelijk woningbedrijf (later opgegaan in woningcorporatie Mitros, tegenwoordig Woonin).
De Villa Staatsen is een gemeentelijk monument.